Wie niet elektrisch rijdt, zal het voelen: deze belasting betaal je in 2025 op je bedrijfswagen

In België wint de bedrijfswagen steeds meer aan populariteit. Naar schatting heeft 25% van de werknemers een bedrijfswagen, hoewel het Rekenhof suggereert dat het werkelijke aantal zelfs veel hoger ligt. Gezien de krappe arbeidsmarkt, waarin het aantrekken en behouden van talent een grote uitdaging is, zien steeds meer bedrijven de bedrijfswagen als een aantrekkelijke en kostenefficiënte vorm van beloning. Dit is vooral het geval nu elektrische auto’s voor 100% aftrekbaar blijven, wat de interesse in deze voertuigen vergroot.

Bedrijfswagens: voordelen en nadelen voor werknemers

Hoewel een bedrijfswagen voor veel werknemers aantrekkelijk lijkt, is deze niet volledig gratis. De belasting die geldt voor het privégebruik en het woon-werkverkeer is het zogenaamde "voordeel van alle aard" (VAA). Dit voordeel wordt berekend op basis van verschillende factoren zoals de leeftijd, prijs en uitstoot van het voertuig. Hoe jonger, duurder en vervuilender de auto, hoe hoger de belasting.

Wat is het voordeel van alle aard (VAA) en hoe wordt het berekend?

De VAA wordt jaarlijks aangepast en is sterk afhankelijk van de gemiddelde CO2-uitstoot van het Belgische wagenpark. Dit gemiddelde daalt gestaag, omdat steeds meer bedrijven en werknemers kiezen voor elektrische voertuigen. Het gevolg is dat de belasting voor voertuigen met een hogere uitstoot hoger wordt. De belastingdienst meldt dat de daling van de gemiddelde CO2-uitstoot in de afgelopen vijf jaar heeft geleid tot een stijging van het VAA-tarief met maar liefst 30%.

Een opvallend jaar was 2022, toen de gemiddelde uitstoot met bijna 20% daalde, wat resulteerde in een flinke verhoging van de VAA. De snelle verandering van de uitstootcijfers betekent dat de situatie voortdurend in beweging is. Zo zou het VAA voor voertuigen met verbrandingsmotoren in 2025 met 10% kunnen stijgen, aldus berekeningen van De Tijd/L'Écho.

Toekomstige belastingverhoging voor bedrijfswagens met verbrandingsmotoren

Volgens FEBIAC, de federatie van de Belgische automobielsector, wordt de gemiddelde CO2-uitstoot in 2025 verwacht rond de 70 g/km voor benzinevoertuigen en minder dan 60 g/km voor dieselwagens. Dit betekent dat gebruikers van benzinebedrijfswagens in de nabije toekomst waarschijnlijk meer belasting zullen betalen. Dieselwagens worden steeds minder populair, en het VAA voor een benzinewagen van 40.000 euro is de afgelopen drie jaar al met 40% gestegen. Dit komt neer op een extra belasting van 400 euro per jaar, en er wordt verwacht dat deze stijging in de toekomst nog verder doorzet.

(lees verder onder de afbeelding)

Wat betekent dit voor de werknemers?

Hoewel de VAA verhogingen voor veel bedrijfswagenbezitters onaangenaam kunnen zijn, is het belangrijk te realiseren dat de bedrijfswagen een belangrijk onderdeel van hun loon is. Werkgevers bieden de bedrijfswagen aan als een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde, maar voor werknemers betekent dit hogere belastingaanslagen.

De overgang naar elektrische voertuigen kan voor sommige werknemers gunstig zijn, aangezien de VAA op elektrische wagens vaak lager uitvalt. Echter, de belastingverhogingen voor verbrandingsmotoren treffen veel werknemers, wat hen mogelijk harder raakt dan zij aanvankelijk verwachtten.

Elektrische voertuigen en de beleidsverandering

De overstap naar elektrische voertuigen is een belangrijk onderdeel van het overheidsbeleid, maar de voordelen die bedrijven ervaren, komen niet altijd ten goede aan de bredere bevolking. Terwijl bedrijven profiteren van belastingvoordelen en aftrekken, ontbreken er vaak adequate steunmaatregelen voor particulieren. Dit schept een ongelijkheid die de overgang naar een duurzamer wagenpark bemoeilijkt voor mensen die geen toegang hebben tot bedrijfswagens of elektrische voertuigen.

Conclusie: wat staat ons te wachten in 2025?

Hoewel de toekomstige stijging van het VAA voor voertuigen met verbrandingsmotoren nog onzeker is, zal het ongetwijfeld duizenden werknemers treffen. Bedrijven zullen zich moeten aanpassen aan deze veranderingen, en werknemers moeten zich bewust zijn van de hogere belasting die op hen afkomt. Wat duidelijk is, is dat de verschuiving naar elektrische voertuigen in de toekomst doorzet, maar dat de belastingdruk voor bepaalde groepen werknemers ook zal toenemen.

De verschuiving naar elektrische voertuigen zal niet alleen het bedrijfsleven beïnvloeden, maar ook de bredere bevolking, die wellicht meer steun nodig heeft om mee te kunnen profiteren van de voordelen van duurzame mobiliteit.

(Bron: gocar.be – Afbeeldingen: Unsplash)