We kennen allemaal de Body Mass Index (BMI) als een maatstaf om te bepalen of je een gezond gewicht hebt. De BMI is eenvoudig te berekenen, dat klopt. Maar is het ook echt zo nuttig als het lijkt? Niet echt. De kritiek op de BMI groeit, en dat is terecht.
De BMI meet namelijk alleen je gewicht gedeeld door je lengte in het kwadraat, zonder rekening te houden met een belangrijk aspect: spieren. Ja, spieren worden niet meegenomen in de berekening. Dit betekent dat je als gespierd persoon zomaar in de categorie “overgewicht” kunt vallen. Bijvoorbeeld, sommige sporters die echte krachtpatsers zijn, zouden volgens de BMI te zwaar zijn. Niet echt logisch.
Daarom is er de Body Roundness Index (BRI). In plaats van alleen naar je gewicht en lengte te kijken, houdt de BRI ook de omtrek van je buik en heupen in aanmerking. Onderzoek toont aan dat de BRI een betere voorspeller is van ziekten en zelfs mortaliteit dan de traditionele BMI. Dat klinkt goed, maar er is een klein nadeel: het berekenen van de BRI is ingewikkelder dan een simpele rekensom.
(lees verder onder de afbeelding)
Je moet nauwkeurig de omtrek van je buik en heupen meten, en voor de berekening zelf heb je soms een speciaal grafisch rekentoestel nodig. Gelukkig zijn er online calculators die deze berekeningen voor je kunnen uitvoeren. Toch is de BRI niet zonder tekortkomingen. Professionals wijzen erop dat hoewel buikomtrek belangrijk is, het slechts een deel van het geheel is. Een meetlint om je buik is handig, maar gezondheid draait om meer dan alleen cijfers.
Wat kun je hieruit concluderen? De BMI is handig voor een snelle check, maar vertrouw er niet blindelings op, vooral niet als je actief sport en veel spieren hebt. De BRI kan een beter beeld van je gezondheid geven, maar het is geen wondermiddel. Gebruik het als een nuttig hulpmiddel, maar niet als de enige maatstaf.
(Bron: Man Man – Afbeeldingen: Freepik)
Lees het artikel op de mobiele website